01-12-2010. Daags na het schrijven van het stukje over voormalig vriend en Libanonveteraan Paul (zie Prisoner of war) viel mijn oog toevallig op een initiatief van Angelien Eijsink.
Ze stelde voor om schadeloosstelling van militairen te financieren uit de algemene pot met geld van minister Jan Kees de Jager van Financiën en niet uit het toch al afgeknepen budget van Defensie. Dat geld van Defensie lijkt immers hoognodig voor het bekostigen van allerlei wapentuig en het uitvoeren van vredesmissies. Dit laatste zelfs vastgelegd per Grondwet.
Echter, hoe meer missies het leger uitvoert, hoe meer risico er ontstaat om lichamelijk of psychisch letsel op te lopen. Zoals Paul uit het stukje. Een fenomeen dat al bestaat zolang het leger bestaat. Het lijkt er vaak op dat een militair moet vechten en niet moet lullen.
Het is natuurlijk ook verrekte lastig om aan te tonen dat je stress hebt door een missie van mogelijk jaren terug. Tot nu toe wordt de stress alleen flink verhoogd doordat Defensie juridische zaken aanspant of in beroep gaat.
In juni 2010 is, na bemiddeling van de Nationale Ombudsman nota bene, een speciale regeling ontworpen maar Defensie had nog niet zo’n zin in regelingen. Angelien Eijsink zwengelt nu de schadeloosstelling aan in de Tweede Kamer, om uiteindelijk ook tot een fatsoenlijke Veteranenwet te komen.
Ik mailde Angelien, om meer te weten te komen over haar motieven en reeds jarenlange ervaring op dit gebied. En om te achterhalen waar de knelpunten nu echt liggen. Vrij snel kreeg ik een mail terug. Ze had het stukje over Paul gelezen en of ik m’n telefoonnummer wou geven.
Woensdags gaat ’s avonds de telefoon. En dan heb je zomaar iemand uit de Tweede Kamer aan de lijn. Wie zegt dat de politiek ver van de mensen staat?
In het gesprek dat volgt maakt Angelien duidelijk dat het een zeer breed speelveld is met veel spelers en belangen. Ik spreek een zeer betrokken vrouw. Welwillend, helder, ter zake en op zoek naar medestanders ook. Ze wil graag kennis delen en borgen. Ze wil me ook helpen om een onderzoekende rol te spelen.
Een heel mooi aanbod. In januari treffen echter persoonlijke omstandigheden zowel Angelien als mijzelf. Andermaal heb ik haar aan de lijn, maar nu met een heel ander verhaal. Een zeer persoonlijk verhaal, waarin persoonlijk verlies een rol speelt. We besluiten afspraken even voor ons uit te schuiven.
En dat is jammer, omdat het contact op dat moment verwatert en er andere belangen voorgaan. In maart volgt er toch nog goed nieuws, aangezien de Tweede Kamer een Kaderwet aanneemt, de wettelijke basis voor erkenning van veteranen.
Een begin, maar daarmee het leed nog niet geleden. Ik vind dat jammer voor Paul, omdat het stukje gewoon waar gebeurd is en hij nooit weer de oude is geworden. Voor zijn vele lotgenoten, die vechten voor onze welvaart, maar zelf de rekening gepresenteerd krijgen. Omdat militairen niet de Terminators blijken die ze eigenlijk moeten zijn volgens velen.
Prisoners of War. Ze verdienen de aandacht. Uw aandacht.
Over Angelien Eijsink (2010):
‘Als Tweede Kamerlid maak ik me sterk om het systeem in de onderwijspraktijk te verhelderen. Ik heb ruim 15 jaar binnen het onderwijs gewerkt, in zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Ik heb destijds gekozen voor het onderwijsvak, omdat het werken met kinderen me aantrekt. Ik ben nog steeds zeer sterk bij de praktijk betrokken. Ik ben lid geworden van de PvdA om iets aan dat onderwijs te doen. Toen ik zelf voor de klas stond, dacht ik vaak: ‘wie bedenkt dit voor mijn leerlingen?’Nu ik als Tweede Kamerlid een controlerende functie heb, maak ik me sterk om het systeem voor alle betrokkenen in de onderwijspraktijk te verhelderen. Ik signaleer de problemen, de gaten in het systeem. Ik zet ze op een rij en leg ze op tafel bij het ministerie en in de Kamer. Een van mijn wapenfeiten is het manifest ‘Géén kind tussen Wal en Schip’, waarin ik voorstellen doe om meer aandacht te krijgen voor de zorgleerlingen in het onderwijs. Het woordvoerderschap defensiepersoneel vul ik in door veelvuldig stage te lopen bij de diverse krijgsmachtonderdelen. Zo houd ik voeling met de werkvloer. Op deze manier krijg ik beeld en geluid bij de tekst. Ik zet me vooral in voor een gemengde organisatie binnen de krijgsmacht en de nazorg van veteranen.’